Derde brief

Beste Abdallah,

Bedankt voor je eerlijke brief. Ook bedankt dat je je opvatting over Nabi 'Isa, zoals Jezus wordt genoemd in jullie godsdienstige taal, met me wilde delen. Het is niet alleen de ietwat verschillende naam, maar ook de verschillende rol hem toegedeeld in de koran en de bijbel, waardoor jullie perceptie en de daaruit volgende opvatting van de onze verschilt. Je maakte me bewust van de soms sterke gevoelens omtrent de bijbelse vertellingen aangaande hem. Uiteraard wordt onze perceptie grotendeels bepaald door de informatie die we hebben. We doen er goed aan om de betrouwbaarheid van ieder onze respectievelijke informatiebronnen zorgvuldig na te gaan om ons in staat te stellen onderscheid te maken tussen wat feit is en wat mythe.

Ik stel voor dat we als eerste zoeken naar een bewijs dat ons kan verzekeren van de goddelijke herkomst van onze ‘Heilige Boeken’. Het is erg onwaarschijnlijk dat we ieder aan onze respectievelijke Geschriften zullen twijfelen dat ze door God zijn geïnspireerd en een openbaring zijn van Hem. Maar omdat jouw en mijn Boek op cruciale zaken verschillen, kunnen ze niet echt alle twee van dezelfde bron zijn, dat zal ook jij toegeven. Neem bijvoorbeeld de kruisiging en dood van Jezus. Deze gebeurtenis is expliciet en rijkelijk beleden in de bijbel, maar wordt, om wat voor reden dan ook, ontkend door de islam. Beide kunnen onmogelijk waar zijn. Wat ik hier eigenlijk wil zeggen is dat ik graag zou willen dat je dit onderwerp met een open, maar niet onkritische, geest benaderd. Het is waarschijnlijk dat ik je iets introduceer waar je niet bekend mee bent.

Hoe ter wereld kan iemand er zeker van zijn dat een Boek van God komt, of dat het misschien een goed bedoelde compositie is, van een bezorgd persoon, die een in verval zijnde samenleving wil reformeren?

Christenen geloven in wat God geopenbaard heeft in de bijbel, omdat het een onmiskenbare afdruk van Zijn auteurschap draagt. Ik praat hier over absoluut onvoorspelbare gebeurtenissen, welke voorspeld waren door de bijbelse profeten, en die vervuld werden honderden jaren later. We worden feitelijk keer op keer verteld, en in onbetwijfelbare termen, dat een profeet wiens profetieën niet uitkomen, niet geloofd of vertrouwd moet worden:

Als u zich afvraagt:

'Hoe kunnen wij er achter komen of die boodschap nu wel of niet van de HERE afkomstig is?',

is dit het antwoord: Als zijn profetie niet uitkomt, heeft de HERE hem zijn boodschap niet gegeven; hij heeft hem zelf verzonnen. Van zo iemand hebt u niets te vrezen. (Deuteronomium 18:21,22)

Maar allereerst (en dat doe Ik altijd) waarschuw Ik u door mijn profeten. Ik heb hun verteld wat Ik ga doen. (Amos 3:7)

En God sprak door middel van Jesaja:

Daarom vertelde Ik u van tevoren wat Ik ging doen, zodat u nooit zou kunnen zeggen: "Mijn afgod deed dit; mijn beeld liet het gebeuren!" (Jesaja 48:5)

De HERE, uw verlosser, Die u maakte, zegt: Alle dingen werden door Mij gemaakt…    wat mijn profeten zeggen, doe Ik… (Jesaja 44:24a, 26a)

We kunnen drie profetische hoofdthema’s in de bijbel ontdekken. Eén voorspelde de zeer unieke geschiedenis van de joden, tot in de huidige tijd. De tweede schetst, tot in geweldig detail, de eindtijd van deze wereld. En een derde voorspeld, eveneens in zeer veel detail, het leven van Jezus, de Messias. De profeten hebben ook zeer levendig zijn lijden en sterven aan het kruis voorspeld, alsmede zijn opstanding uit de dood. Waren deze niet vervuld, hadden we reden gehad om te twijfelen aan de boodschap en de goddelijke oorsprong van ons Boek. Maar deze profetieën zijn, op degene die het einde van de wereld beschrijven na, alle vervuld. Dit geeft ons zekerheid om te vertrouwen op de boodschap van de bijbel, want geen mens zou deze historische gebeurtenissen hebben kunnen voorspellen. Alleen God heeft ze kunnen weten en ze openbaren.

Niet verwonderlijk dat we door het hele Evangelie regels lezen als ‘zoals is geschreven’, of ‘zoals de profeet heeft gesproken’. In het nieuwe testament lezen we:

Het belangrijkste van het goede nieuws dat ik heb ontvangen en u heb doorgegeven, is: Christus is voor onze zonden gestorven, zoals voorzegd is in de Boeken.

Hij werd begraven en is op de derde dag weer levend gemaakt, wat ook in de Boeken stond.

Hij is gezien door Petrus en daarna door de twaalf apostelen samen.

Later is Hij gezien door 500 broeders tegelijk. Hoewel enkelen van hen al gestorven zijn, leven de meesten nog. (1 Corinthiërs 15:3-6)

De woorden “wat ook in de Boeken stond” verwijzen naar wat was opgeschreven door profeten welke honderden jaren ervoor hadden geleefd. Het waren deze Boeken die zijn vervuld in Jezus.

Ze noemden de tijd en plaats van Zijn komst (Micha 5:2, Daniël 9:24 [Deze paragraaf behoeft inleidende hulp om het te kunnen begrijpen]); dat Hij uit een maagd geboren zou worden (Jesaja 7:14), wat Zijn naam zou zijn (Jesaja 63:8 [Redder is in het Hebreeuws Yeshua, dit is de eigenlijke naam die Jezus droeg terwijl Hij op aarde was]). Ook Zijn goddelijkheid was voorspeld ) Jesaja 7:14 en 9:6 [Immanuël betekent ‘God met ons’]) en alles bereikte een hoogtepunt met de voorspelling in de profetieën van zijn kruisiging en dood. Laat ik enkele van deze profetieën noemen.

David schreef over Jezus in ongeveer 1000 v.C. zeggende:

Er staan honden om mij heen; misdadigers omringen mij. Zij doorsteken mijn handen en voeten. Ik kan mijn beenderen tellen; Zij vermaken zich door naar mij te komen kijken.
Zij verdelen mijn kleren onder elkaar en loten wie mijn mantel mag hebben.
(Psalm 22:17-19)

De profeet Jesaja sprak 700 v.C. zeggende:

Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet.

Maar het was ons leed dat Hij droeg, ons lijden drukte Hem neer. Wij dachten dat Zijn lijden een straf van God was voor Zijn eigen zonden!

Maar Hij werd doorstoken en verbrijzeld terwille van onze zonden. Hij werd zwaar gestraft zodat wij vrede konden hebben; Hij werd geslagen en daardoor werden wij genezen!

Wij zijn het, die als schapen afdwaalden! Wij verlieten Gods paden en gingen onze eigen weg. Desondanks legde God de schuld en zonden van ons allen op Hem!

Hij werd in een hoek gedreven en mishandeld, maar zei geen woord. Hij werd als een lam naar de slachtbank geleid; zoals een schaap onder het scheren geen geluid maakt, stond ook Hij zwijgend voor degenen die Hem veroordeelden.

Hij werd immers afgesneden van het leven? Maar wie van al die mensen realiseerde zich toen dat het hun zonden waren, waarvoor Hij stierf? Dat Hij hun straf op Zich nam?

Men had Hem als misdadiger willen begraven, maar Hij werd gelegd in het graf van een rijke; omdat Hij niets had misdaan, nooit een verkeerd woord had gezegd en in Hem geen onrecht werd gevonden… Door wat Hij heeft ondervonden, zal mijn rechtvaardige dienaar vele mensen rechtvaardig maken in de ogen van God, want Hij zal al hun zonden dragen.

… maar droeg de zonden van velen. Hij pleitte bij God voor overtreders. (Jesaja 53)

Kan een eerlijk persoon zulk bewijs negeren, er bij langs lopen of weg ‘verklaren’?

Om dit verder te versterken, bevat de bijbel talrijke verslagen van ooggetuigen, welke zekerlijk zouden zijn verworpen door tijdsgenoten als ze niet waar zouden zijn. Stel je voor wat de joden van Jeruzalem zouden hebben gedaan met Petrus bijvoorbeeld, één van Jezus’ discipelen, als hij had gelogen toen hij 7 weken na de kruisiging de menigte toesprak, zeggende:

Mannen van Israël, luister naar mij. Jezus van Nazareth is door God Zelf gestuurd. De wonderen en bijzondere dingen die Hij deed, zijn daar een duidelijk bewijs van. U hebt die met eigen ogen gezien.
Maar Hij is, volgens Gods plan, in handen van ongelovige mensen gevallen. U hebt Hem door Romeinse soldaten aan een kruis laten slaan.
God, Die dit voorzag, heeft Hem uit de greep van de dood bevrijd en weer levend gemaakt. De dood kon Hem niet vasthouden.
(Handelingen 2:22-24)

Wat zouden de joden hebben gedaan als Jezus niet was gekruisigd of gedood? Ze zouden het ten sterkte ontkend hebben. Maar niemand betwijfelde het, want ze wisten allemaal wat er gebeurt was. Terwijl de joden altijd er tegen in zijn gegaan dat Jezus de Messias was, hebben ze nooit zijn dood aan het kruis ontkend. En ze wisten wat er gebeurd was, want ze waren er zelf bij.

Mag er nog één noemenswaardig bewijs toegevoegd worden ter ondersteuning van de betrouwbaarheid van het kruisigingsverhaal in het Evangelie. Wij zijn ons ervan bewust dat het leven van Jezus, in een afgelegen plaats als Judea, onbelangrijk zou zijn in de ogen van de Romeinse historici, welke de jaarverslagen schreven over oorlogen en machtige veroveraars. Toch, de meest vooraanstaande historicus van Rome, Cornelius Tacitus, een agressieve tegenstander van het vroege christendom, schreef onder andere:

De naam ‘Christen’ is afgeleid van Christus, die is terechtgesteld onder de regering van de Officier van Justitie Pilatus (Annalen 15.44)

Flavius Josephus was een joodse generaal, welke tegen de Romeinen vocht in de laatste slag om Jeruzalem (70 n.C.). Gevangen genomen werd hij de Romeinse historicus voor Israël. Hij leefde vlak na Jezus en schreef:

Er was in deze tijd een wijs mens, Jezus, als het wettig is hem een mens te noemen, want hij was een doener van wonderlijke werken, een leraar van zulke mannen die de waarheid met plezier aanvaarden. Hij trok zowel joden als niet-joden aan. Hij was (de) Christus. En toen Pilatus, op raad van de voornaamste mannen onder ons, hem tot de kruisdood veroordeeld had, werd hij niet verlaten door hen die het eerst van hem hielden; want hij verscheen weer levend aan hen op de derde dag; zoals de goddelijke profeten deze en duizend andere prachtige dingen aangaande hem hadden voorspeld (Antiquitates Judearum)

Bewijs van deze omvang moet om een bepaalde reden gegeven zijn. En dat is, ongetwijfeld, Gods zorg om Zijn boodschap te bevestigen voor komende generaties, voor degenen die van dit soort tastbaar bewijs of teken afhankelijk zouden zijn om te geloven wat Hij heeft geopenbaard.

Waarom schrijf ik dit allemaal? Waarom riskeer ik de vrede en harmonie tussen ons te verstoren? Ik hoop dat je het al hebt bespeurd: Omdat ik om je geef! Tot nu toe was je waarschijnlijk niet van de noodzaak bewust om de grondslag van ons geloof te verifiëren. De meeste wereldse mensen volgen ieder hun eigen geloof in de vaste overtuiging dat alles goed is en dat ze de juiste weg volgen. Zelfs jij zou niet op deze tegenwerpingen op de bijbel zijn gekomen, als je niet had getwijfeld aan haar integriteit en betrouwbaarheid, en als je niet in deze richting was beïnvloed.

Daarom moet ik je uitdagen om de grondslagen, op welke je eeuwige toekomst steunt, te toetsen! Je moet begrijpen dat ik deze brief niet schrijf om je geloof in God te vernietigen, maar eerder om het te verbeteren en te versterken. Dat eist kritisch onderzoek.

Laatst wilden mijn vrouw en ik iemand, die in het ziekenhuis lag, bezoeken. Een familielid had de weg ernaar toe uitgelegd. Het was voor het grootste gedeelte nauwkeurig. Alleen bij één afslag was ons verteld links af te slaan, terwijl we werkelijk rechts af moesten. Gelukkig had ik de route op de kaart opgezocht en ontdekten we deze vergissing. Anders had onze overtuiging, dat we op de plaats die we zochten aan zouden komen, gefaald. Soms geeft dat niet zoveel, maar als het de richting naar de eeuwigheid is, maakt het wel uit.

Ik ben erg benieuwd naar je gedachten hierover en verwacht je antwoord spoedig.

M’n hartelijkste groeten,

Theophilus



Vorige

Inhoud

Volgende